Natuurbeheer 

Onze boerderij grenst aan het Natuurreservaat Demmerik in Vinkeveen. Een prachtig gebied waar veel bijzondere planten en dieren leven. Het is vooral een paradijs voor weide- en waadvogels. Met het gevarieerde grasland en een rijkdom aan insecten en begroeiing, biedt het reservaat vogels een plek om voedsel te verzamelen en te komen broeden. Ook de otter is in het gebied gesignaleerd. 

We proberen op Hoeve Zonnedauw een manier van boeren te vinden waar ook de natuur baat bij heeft. Zo gebruiken we al jaren geen gewasbeschermingsmiddelen meer. Ook bevorderen we de biodiversiteit waardoor de rijkdom aan planten en dieren verder toeneemt. Ongeveer 25% van ons land bestaat uit natuurland. Hier wordt minder of zelfs geen mest op uitgereden. Ook worden deze percelen pas in de zomer gemaaid. Dit zorgt voor meer variatie in het gras en bescherming voor weidevogels. 

Samenwerking met Staatsbosbeheer

Staatsbosbeheer beheert en ontwikkelt het reservaat samen met de omliggende agrariërs. Ook wij dragen ons steentje bij! We pachten ongeveer 10 hectare kruidenrijk grasland en vochtig hooiland van Staatsbosbeheer. Om de biodiversiteit  te verbeteren, willen we onze bedrijfsvoering meer natuurinclusief maken. Dit komt ook Reservaat Demmerik ten goede. Staatsbosbeheer draagt hieraan bij door natuurpercelen langdurig aan ons te verpachten. Wij beheren de gronden door ze na het broedseizoen te maaien en in het najaar te laten begrazen door jongvee. Wij zijn één van de eerste boeren die deelnemen aan dit project van Staatsbosbeheer en Gebiedscoöperatie Groot Wilnis-Vinkeveen.

Particulier natuurbeheer

Ongeveer 10 hectare van onze voormalige landbouwgrond is getransformeerd naar nat schraalland. Dit is een zeer oud soort boerengrasland. Het kenmerkt zich door de natte, slappe en voedselarme bodem. Door jaarlijks te hooien blijft het voedselarme karakter behouden. Bijzondere plantensoorten zoals de zonnedauw, rietorchis, moeraskartelblad, blauwe zeggen en klokjesgentiaan komen voor op de zure bodem. Toch zijn deze natuurpercelen meestal niet zo kleurig: de meeste plantensoorten zijn klein en onopvallend. Het hooi wat we elk jaar van deze percelen oogsten gebruiken we als strooisel in de hokken van de koeien en kalfjes. 

Agrarisch natuurbeheer

Daarnaast doen we ook aan agrarisch natuurbeheer. Elk jaar brengen we in één van de brede sloten nestvlotjes aan waar de zwarte stern op kan broeden. Deze vogels komen met name voor in de open gebieden in het Groene Hart. Na het broedseizoen vertrekt de vogel naar Afrika, waar hij verblijft op zee voor de kust van Namibië. In etappes komt hij in het voorjaar weer terug naar de broedgebieden die zich uitstrekken van Nederland tot Siberië. Om ervoor te zorgen dat de vogels voldoende foerageergebied hebben laten we de kruiden, grassen en planten in de slootrand van de aangrenzende percelen groeien. Tussen 1 april en 1 augustus worden deze stroken niet gemaaid of bemest. 

Daarnaast hebben we ongeveer 4 hectare pachtland in weidevogelkerngebied. Een deel van deze grond is ingericht als plasdras. De rest van de grond is kruidenrijk grasland zodat de vogels een ideaal broed- en opgroeigebied hebben. Plasdras ontstaat door het laagst gelegen deel van het perceel van maart tot juli te vernatten. Dit biedt weidevogels in het vroege voorjaar een verzamelplek waar ze kunnen rusten en foerageren. Ook tijdens het broedseizoen is het een goede foerageerplek waar allerlei vogels rondscharrelen opzoek naar kleine beestjes om te eten. Door de drassige grond kunnen vogels beter met hun snavel wormen en ander voedsel uit de bodem halen.